zaterdag 3 maart 2012

Een Occupy Nijmegen column.

Herfstig koude nachten waren we al gewend dit jaar. Dit was er toch één, die niet alleen op zichzelfstaand memorabel, maar misschien wel een vleesgeworden bewijs van de kracht was, waar(om) Occupy tot nu zo wel (op) vaart.

Het gebeurde In het "Slakkenhuis", de "B-tent of welke naam je dan ook gebruikte voor de gezamenlijke ontspantent, een bedoeinentent die kameraad en mede-occupier Franz Ferdinand Kunst (van http://www.nutopia.as ) aan Occupy Nijmegen geschonken had, in één van de eerste nachten dat we neergestreken waren op het Valkhofpark.

Ik schrijf "kameraad", omdat dit een woord is dat Franz Ferdinand voor iedere gesprekspartner gebruikt.
"Of je nu een kut of een lul hebt, dat maakt niet uit, kameraden bent ge van elkaar met uw geest," legt hij je in een gesprek uitgebreid en gepassioneerd uit, met zijn markant beklankkaste basstem en rijke vocabulaire.

En dat we toffe kameraden waren zouden we weten -en daarom zingen wij en daarom zongen wij. Boven het Slakkenhuis scheen een volle of juist weer krimpende maan, toen na middernacht onverwacht de doeken van onze tent openflapten. De mooie gesprekken en gitaarmuziek binnen verstilden en in het schemerlicht van wat kaarsen scanden twee priemende ogen vanaf de tentopening ons af van boven een grotesquegezet en strak-staand mannenlijf, met bungelend aan kolenschophandvingers een Euroshopper-bierblik. Wij zaten, danwel lagen, na weer een lange dag, te ontspannen in onze frisse Occupy-vibe, in Nijmegen toen nog enkele dagen jong, vervuld van dát woord dat door een te vaak en te achteloos gebruik nog minder aan waarde lijkt te hebben overgehouden dan pimp of bling-bling.

Boven de buitengeluiden van het Kelfkensbos en ons Valkhof uit bulderden met gemak zijn woorden, in wat zo te horen alleen nog maar zijn gebruikelijke spreekvolume was.
"Ik weet waarom jullie hier zijn, ik ben ook een anarchist," zo hamerde zijn beginzin het einde van de paar tellen stilte af, "maar er is één verschil tussen jullie en mij: Jullie willen de boel veranderen met jullie hippie-geouwehoer en ik wil eerst de hele KUTzooi in de fik zien, met jullie tent erbij! Dan krijgen we misschien nog een anarchistische maatschappij."

Het bleek, dat was al aan zijn vuur te raden, pas het begin van een lange, bijna onafbreekbare monoloog, die uiteindelijk door zou gaan tot ver na de morgenstond, had één van ons in de bedoeinentent hem niet direct onderbroken, om hem vervolgens gezamenlijk uit te nodigen erbij te komen zitten voor zijn hele verhaal. Die eenstemmige uitnodiging liet hem duidelijk niet onberoerd, maar hij vond het hem eerst toch meer staan te blijven staan bij zijn betoog en dit daarom af te slaan.
Die nacht zagen we een vlammenzee van armzwaaiende uitbranders, vurige verwensingen en van doemscenariogespui geleidelijkaan dimmen tot een sputterende waakvlam op de tocht, waaromheen je wel bijna als vanzelf je handen zou houden: Zoveel teleurstellingen, zoveel gevaren, zoveel gedode familie, kameraden, hoeveel kan zo'n uit de kluiten gewassen man aan? Hoe zouden wij erbij staan?

Die gedeelde gedachte ook moet hem haast wel de ruimte hebben gegeven (die hij navuurlijk nam) om dan en daar zijn vlamfontein zowat letterlijk óp te branden. Want dat was wat hij waarlijk was: Opgebrand.
Een anarchist is niet per sé een pacifist,
Zijn vuur was zijn zwaard en zijn schild, maar daar legde hij ze even neer. De strijder kwam eindelijk tot zitten, tot spreken, niet schreeuwen, en bij het ochtendgloren soms zelfs tot zwijgen en luisteren. Vuren later was hij met de noorderzon vertrokken en niemand zag hem nog terug.

De verandering van die man in die ene nacht, we hebben hem met vele occupiers beleefd, behelst mijns inziens zoveel inene van Occupy.
Wij wisten van elkaar dat zeker niet iedereen daar de anarchie prefereerde. Velen van ons waren met Occupy ergens opnieuw begonnen met kijken naar mogelijke samenlevings-structuren, waar we als minisamenlevinkjes in tenten een weg in zochten en zoeken, waar we niet alleen op het Valkhof maar op moment van schrijven in meer dan drieduizend geoccupeerde steden wereldwijd over compariseerden en compariseren.
Een comparitie is een gespreksvorm die, in tegenstelling tot een discussie of debat, zoekt naar het (overstijgende) ware, door de visies te vergelijken in plaats van te strijden voor het eigen gelijk.

Het is die goddelijk menselijke maat, die overduidelijk mist in dat wat zich de zorg noemt, maar waar tijdens het Occupy Nijmegen Moneyfest door de open microfoon een seniore man als voorbeeld zijn bejaarde moeder aanhaalde, "die in een verzorgingstehuis of hoe ze die dingen tegenwoordig ook noemen, in haar eigen STRONT ligt! En dat is niet in Griekenland, maar in NEDERLAND! Ik schaam me tegenwoordig KAPOT voor mijn eigen land!"
Want is het niet de menselijke maat, maar het geld dat de vorm van onze zorg bepaalt?

En is het niet de menselijke maat, maar het geld dat de koers van onze zogenoemde politiek bepaalt? De veelal heren regeerders kunnen zich hooguit licht mengen in de kapitaalkoers en het een meer sociaal of meer antisociaal, liberaal, of welk smaakje ook geven. De olie blijft de basis, de duiten. Koningin Shell en haar kapitaalkameraden zwaaien feitelijk met de scepter. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om de geldsommen te vergelijken die gepompt worden in scholing en zorg of in oorlogen en banken.

En alwéér zijn we in de geldval getrapt. Gaat scholing niet gewoon om mensen die willen leren? Zorg niet eenvoudigweg om een aandacht en hulpbehoevende medemens? Worden oorlogen niet gevoerd tussen... mensen? Is ons geld op de banken niet eigenlijk onze arbeid, onze energie? Worden we daarvan dan stilzwijgendaan beroofd? En nog iets: Als geld in feite een schuldbewijs is, hoe schuldig ben je dan als miljardair?

Die goddelijk menselijke maat. Geloof je niet in (een) god? Sex kan ook goddelijk zijn. Bijvoorbeeld. Dat uitgekauwde woord dat ik in deze column nog niet in letters gemengd heb, maar waar de woorden wel van doordrongen zijn.

"Zullen we weer een Bed-Peace gaan houden in de circustent?" grapte Occupy-kameraad Ward onlangs naar me. Het was aan zijn toon al te horen dat hij het niet meende.
De tijden zijn veranderd. 'Dat woord' heeft dan misschien wel wat van haar glans, maar allerminst aan kracht ingeboet.

pepé: lettermenger.

18 november 2011
(Eerst gepubliceerd op Nijmegen.Nieuws.nl )

Geen opmerkingen:

Een reactie posten