Posts tonen met het label valkhof. Alle posts tonen
Posts tonen met het label valkhof. Alle posts tonen

vrijdag 19 september 2014

Operazi market garden 2O14



O



't valkhOf zag legergrOen vandaag.
levend & levenlOOs OOrlOgs-tuig
met [chrOOm 6?] legergrOen-verf beschilderd
stOnd Op't grOene gras waar OOit OOk
Occupy nijmegen haar tenten had staan.

al'sOf 'k 'n helicOpter was,
zwaaide 'n man vOOraan 't terrein naar mij -
Of was 't naar de schOOlklas
die vlak 8R m'aan paste?


terwijl 'k 'm vOOrbij liep
en zO 't valkhOfpark Op kwam,
vrOeg 'k:

"is de derde wereldOOrlOg begOnnen?"

"nee," antwOOrdde hij,
"dit is de tweede wereldOOrlOg nOg."


'n andere wannabe-sOldaat
stOnd bij 'n Ouwe amerikaanse legerkankerkar.

"ga je deze kids aan de hand van dit OOrlOgstuig vertellen
hOe zij hier de vrede hebben gebr8?"

mOeilijke vraag,
hij moes' R i.i.g. ff OvR nadenken,
dus sprOng 'n andere fake-geällieerde hem bij:

"wij gaan deze kinderen vertellen
aan wie wij te danken hebben
dat wij vandaag de dag alles mOgen zeggen."

"ga je ze dan OOk vertellen
hOe die amerikanen-nazis aan hun land kwamen?
namelijk dOOr de OOrsprOnkelijke bewOners,
de "indianen", de native americans,
in cOnsentrazikampen te stOppen,
die ze "reservaten" nOemden?
van die dingen waar je OOk
bijna uitgestOrven diersOOrten in stOpt?"


een IIIe nepsOldaatje OntplOfte zOwatt:

"had je liever gehad
dat die ándere nazis gewOnnen hadden?!"

m'n geheugen heeft't heus
enkele keren teruggespOeld
Of 'ie dat ècht had gezegd;
'die ándere nazis',
maar jazeker..
tOch blij dat R wàtt inzicht in de situazi
Op't terrein aanwezig bleek te zijn.


de sOldaat die'kut eerst had aangesprOken,
vOnd het echter blijkbaar genOeg'eweest;
hij br8 zijn arm Om mijn middel
en duwde mijn lijf dwingend
van 't OOrlOgstuig en de kinderen weg,
terwijl íe zei:

"kOm maar even mee,"

al'sOf íe 'n èchte gezaghebber was..


"watt dOe jij nu?!"
vrOeg'k hem,
"raak jij mij aan?! mag ik hier nie' staan?
mag ik mijn vrije mening hier nie' uiten?
is dat watt jij de vrede brengen nOemt?"

't deed 'm tOt besef kOmen, gelOOf'k,
want nu liet hij mij weer vrij.

"ik ben schrijver," zei'k
en haalde m'n camera[ad] tevOOrschijn,
die 'm maar watt graag Op de gevOelige plaat vastlegde
vOOr de nepsOldaat [e]R[g] in had,
maar daarna vrOeg 'ie wel
Of camera[ad] R OOk nOg 1 van hem wilde
zOnder de speelgOed-OOrlOgshelm.

"nee,
zO te merken past deze pet jOu perfèct!"


'n man die Op 'n veter-aan leek,
't misschien OOk werk'lijk wás,
vOegde zich bij Ons
en riep de kinderen tOe:

"luister maar niet naar hem!"
en stak tOen 'ie weer van Ons wegliep
pisnijdig z'n middelvinger naar m'Op.


"kijk!"
sprak'k de kinderen tOe,
"dit heet 'de vrede kOmen brengen':
al'maal OOrlOgsmateriaal,
die meneer die mij Ongevraagd aanraakt
en van jullie weg wil duwen,
Omda'k van hem nie' Over indianen spreken mag,
die de amerikanennazis daar afgetuigd & vermOord hebben,
die meneer die net z'n middelvinger naar mij Opstak,
da's dus wat amerika vrede brengen nOemt."


'k slOOt af,
had [mee]R [dan] genOeg van;

"maar vertel rustig je verhaal aan deze kinderen,
hOe de geallieerden Ons
hun barbie,
hun cOca cOla,
hun demOcrazi br88,
xal je R nie' verder bij stOren."


'k kreeg nOg 'n kastanje nagesmeten,
want Jah,
watt je zaait zul je OOgsten,
nie'waar?



peace.



pepé: lettermenger



o



maandag 11 juni 2012

Filowatwandelen?

foto: @doetiee

"Zo'n filosofiewandeling, behandelen jullie dan verschillende filosofen?"

"Hoeveel mensen lopen er aan mee? Twintig, vijfentwintig?"


"Ik zat op de fiets richting wandeling toen ik hoorde dat ik met mezelf al hele filosofische gesprekken aan het voeren was. Ik dacht: 'Jij bent veel te druk in je hoofd hiervoor'! Toen ben ik omgekeerd en terug naar huis gereden."

Dit zijn een paar reacties die ik de voorbije tijd van mensen kreeg wanneer we te spreken kwamen over de filosofie-wandelingen, die we sinds januari van dit jaar iedere twee weken organiseren. Er lijkt voor een enkeling een drempel op de weg naar het evenement te liggen, die moeilijk (weg) te nemen is. Het lijkt er ook op, dat dit voor een deel komt door het woord 'filosofie': Wie vindt zichzelf een filosoof? Wanneer ben je dat? En kunnen of mogen alleen filosofen filosoferen? Met dit schrijven wil ik het licht juist eens werpen op die drempel. Want ligt die er eigenlijk wel?

Voetafdruk te zien in het Valkhof-museum, Nijmegen.

Pad.

Filosofie. Wijsbegeerte. Verlangen naar wijsheid.
Wijsheid. Dat woord... Eén van de betekenissen die het heeft is 'Het hebben van kennis die op inzicht en levenservaring berust'.
Inzicht zou je kunnen omschrijven als 'zien hoe iets in elkaar steekt'.
Levenservaring is uit te leggen als dat je hebt geleerd van wat je in je leven hebt meegemaakt.
Nee, 'begeerte' dan, óók zo'n prachtig woord uit onze taal. Die vragen over het leven, ja, èn de dood, ze houden mij bezig, soms (of altijd) voel ik in heel mijn wezen dat verlangen om meer van dat wonder, dat mysterie, te begrijpen!

Zou het vooroordeel rondom filosofie deels kunnen komen door de plaats die die op dit moment in onze samenleving heeft? Het is een vak dat op het gymnasium gegeven wordt, binnenkort moet je er zelfs voor gaan betalen aan de school, wanneer je het wil volgen. En via sommige universiteiten kun je er ook op afstuderen. Dan lijkt de conclusie eenvoudig: "Alleen bollebozen filosoferen".

Nu dan toch even terug naar de alinea aan deze voorafgaand, over de betekenis van het woord 'filosofie'. Want waar vind je daarin terug dat je een hoog IQ moet hebben om "wijsgerig" te zijn? Hebben de woorden 'inzicht' en 'levenservaring' niet evenveel of zelfs méér te maken met het woord 'streetwise'; de wijsheid die je van de straat hebt gehaald? Mind you: een van de stromingen van het Boeddhisme heet 'Tao' en dat betekent 'pad', of 'straat' als je wil...


Leven.

Leven doet elke lezer van deze woorden. Net als ik, nu de schrijver, straks weer en ook een lezer -en dan jij misschien de schrijver? Leren van het leven doen we (mag ik hopen) ook allemaal.

Tijdens de wandelingen delen we de wijsheid die we op ons pad opgedaan hebben met elkaar, al wandelend over de weg die we samen hebben uitgekozen te gaan. Eigenlijk komen de gespreks-onderwerpen altijd als vanzelf, aan de hand van één of een paar van de mensen uit de groep, waar anderen hun eigen gedachten en vragen bij hebben. Weer andere deelnemers luisteren op sommige momenten vooral -of alleen, want soms is het heerlijk (mee)filosoferen door stil te zijn.

Zo is al menig onderwerp aan de orde gekomen, dit voorbije klein half jaar. Om hier een greep uit te doen: "Wat is liefde?"; "Wat is discriminatie?"; "Wat is goed onderwijs?"; "Wanneer wordt iets geweld?"; "Hoe kunnen we aan een prettige samenleving bouwen en/of die behouden?"; "Is de computer (straks) machtiger dan zijn uitvinder, de mens?". De lijst zou nog zoveel langer en diverser kunnen zijn. Hopelijk geeft hij je toch een beetje een indruk.

Tot nu toe hebben er bij een wandeling niet meer dan tien mensen meegedaan. Eén keer zelfs 'maar' twee. Ruimte voor meer deelnemers is er zeker. Nu ook al vormen zich tijdens het lopen kleine groepjes, die gaandeweg vanzelf van samenstelling veranderen. Bijvoorbeeld omdat iemand's oor een voor haar of hem interessant gespreks-onderwerp oppikt en die persoon zich daarom bij die mensen voegt.

Onderweg gaan we meestal op een fijne lokatie zitten om wat van onze meegenomen broodjes of andere snacks te delen en eten. Daarbij ontstaat dan ook vaak een gesprek tussen alle aanwezigen, soms met een thema dat al wandelend aan bod was gekomen, dan weer een compleet nieuwe vraag of gedachte aansnijdend.

Het maakt mij een (nog) gelukkiger mens dat, bij al die keren filosofie-wandelen, het respect in de groep voor elkaar zo goed voelbaar was. Welke kijk op het leven is er dan ook belachelijk? Wat weer niet wil zeggen dat er niet gelachen wordt, want sommige plotse inzichten of levensverhalen die mensen delen zijn wel zeker om te lachen. Zo heb ik zelf al menig maal gelachen om iemand anders' avonturen, en dan maar al te vaak uit herkenning.

Goed.

"Wat is er volgens jou nodig voor een 'goede filosofie-wandeling'?" vroeg één van de deelnemers mij pas geleden aan het einde. Eigenlijk had ik om die vraag gevraagd, omdat ik vlak voor hij dit vroeg, zelf dat woord in de mond had genomen -en ja, wat ís dat dan, 'goed'?

Ik noemde twee punten op, waarvan de eerste was: "Dat de stilte er een gelijkwaardige plaats in heeft als het woord". Dat klinkt misschien moeilijk, maar het betekent dat ik het zelf bijvoorbeeld erg prettig vind om over iemand's uitgesproken woorden na te kunnen denken, langer dan terwijl de woorden uitgesproken worden, soms ook langer dan 'slechts' een paar tellen nadat iemand uitgesproken is. Het houdt mijns inziens eveneens in dat een spreker van de rest van de groep de aandacht krijgt, daar we die allemaal evenveel verdienen.

Voor mijn gevoel zijn er in ieder geval twee 'valkuilen' waar een (deel van de) groep, of een van de leden, in terecht kan komen: Ongeduld en haantjesgedrag. Ongeduld kan zich uiten in de ander moeilijk of niet uit (kunnen) laten spreken. Haantjesgedrag kan iemand gaan vertonen wanneer zij of hij denkt dat haar of zijn eigen mening belangrijker is dan die van een (van de) ander(en).

Dat stilte voor sommige mensen bedreigend aan kan voelen, dat werd me pas geleden (opnieuw) duidelijk gemaakt. Mediteren doe ik dagelijks en op één van de eerste zonnige dagen van dit jaar besloot ik een drempel te nemen en eens in het Kronenburgerpark in de lotushouding mijn ademhalingsoefeningen te doen. Onder de mensen. Dat vond ik best spannend, maar het was uiteindelijk zo'n prettige ervaring, dat ik dit inmiddels vaker heb gedaan.

Na die eerste keer kwam mij ter ore dat een bekende van me mij in mijn meditatie had willen storen. Toen ik het bij diegene zelf navroeg of hij dit inderdaad van plan was geweest, reageerde deze met dat hij dat toen inderdaad voor de grap tegen anderen in het park had gezegd, maar dat hij dit nooit echt zou hebben gedaan of willen doen.

Zit in iedere grap een (kern van) waarheid opgesloten? Wel of niet, samen met andere ervaringen die ik in m'n leven opdeed, geloof ik dat ik er mensen zijn die letterlijk bang zijn voor de stilte. In ieder geval wanneer zij onder andere mensen zijn. Bijvoorbeeld doordat we het gevoel hebben dat er gesproken móét worden, omdat je als 'een stille' wel eens als 'een saaie' gezien zou kunnen worden. Maar ook omdat we in onze westerse samenleving omgeven worden door geluid en niet meer gewend zijn aan de stilte. Misschien is die voor sommigen zelfs een pijnlijk confronterende spiegel voor ons eigen gekakel en gekraai?


Als tweede punt in het antwoord op de vraag wat volgens mij dan een 'goede filosofie-wandeling' was, noemde ik: "Dat elke aanwezige zich gelijkwaardig behandeld voelt". Simpel gezegd, dat iedereen die erbij was haar of zijn zegje heeft kunnen doen zoals die dat zelf graag wilde en ook stil heeft kunnen zijn op voor haar of hem fijne momenten.

Iets dieper hierop ingaand, denk ik dat het bijdraagt wanneer de aanwezigen van (bijvoorbeeld) zo'n filosofie-wandeling, niet alleen proberen het welzijn van het eigen zijn in de gaten te houden, maar ook het welzijn van de groepsgeest. Vaak voelen we vanzelf en direct een sfeer en een stemmingswisseling in een groep aan. Soms echter verliezen we één of enkele (wat stillere) deelnemers uit het oog, in ons eigen enthousiasme, of wellicht ook ons haantjesgedrag. Hoe kan zo elke aanwezige achteraf in alle eerlijkheid zeggen, dat zij of hij de ruimte voor diens woorden kreeg en zich als een gelijkwaardige behandeld voelde?
Gelukkig zijn we daar samen bij.

Domme ik.

Eén van mijn belangrijkste redenen voor het schrijven van dit artikel is, dat ik je twijfels en/of angsten die je mogelijk hebt bij het idee een keertje mee te wandelen, zó graag weg zou willen kunnen nemen. Ik schreef het helemaal in 't begin al; de drempel. Domme, domme ik, dat kan ik niet, dat kun jij alleen. Maar laat me dit als domme ik met deze blog dan alsjeblieft toch proberen. Het zou zomaar kunnen gebeuren dat wat van mijn woorden je iets benieuwd(er) maken en dat uiteindelijk je wijsbegeerte het wint van je vrezen. Dat ons dat gegund moge wezen!

Inmiddels zullen er nu zo'n tien filosofie-wandelingen geweest zijn. Deze te beschrijven is weer zo anders dan ze zelf mee te maken. Dat is een dooddoener, dat weet ik, maar zelfs die kan een waarheid in zich dragen. Ik hoop dat we nog vele wandelingen tegemoet mogen gaan, omdat ze nu al voor menig mens mooie denkmomenten gebracht hebben en omdat ik het idee heb dat er een heleboel mensen onder ons zijn, net zo wijsgerig, net zulke lekkere trek in een denksnack hebbend als diegenen die zo'n filosofie-wandeling al eens één of enkele keren (of altijd) hebben meegemaakt. En zeg nu zelf, waar vind je tegenwoordig zulk lekkers ook nog GRATIS?

Zondag 24 juni aanstaande is de volgende filosofie-wandeling.
Om 12:00 uur verzamelen we op het Valkhofpark in Nijmegen om vervolgens samen onze route te bepalen. Gespreksonderwerpen komen vanzelf, gaande de weg.
Prettig is wanneer je iets (deelbaars) te eten en/of drinken meeneemt.
De wandeling duurt zo'n twee à drie uren, inclusief een riante pauze van ongeveer een uur. Tijden liggen echter niet vast, ze worden door de groep aanwezigen bepaald, vooraf en/of onderweg.

Wie weet tot dan!


pepé: lettermenger.

zaterdag 7 april 2012

Occupy Nijmegen: Een introspectie.




Het was 25 december 2011 en ik ontwaakte in mijn koepeltent in bruikleen. Precies twee maanden en zeven dagen lang had ik, op één nacht na, iedere nacht geslapen op het Nijmeegse Valkhof. Dit vanwege Occupy NijmegenInmiddels behendig geworden in het aankleden in een slaapzak onder drie dekens, schoot mijn ik van stof zich in de lappen, ritste de tent open en stak gehaast, met druk op de blaas, op sloffen de weg over richting toiletten in de parkeergarage van het Kelfkensbos.



Wat later stapte ik de van De Markies geleende circustent binnen, die dankzij zijn kleuren de bijnaam 'De Smurf' had gekregen, maar ook wel 'de O-tent' werd genoemd. Het zag er verwilderd uit. Een gezamenlijke ruimte zo achterlaten, dat de volgende mensen in een schone en opgeruimde omgeving binnen zouden komen, was van aanvang af al niet ons sterkste punt, een enkeling daargelaten. Die kille kerst-ochtend prikte het beeld alleen nóg heviger in mijn ogen. Misschien wel omdat ze er bijna letterlijk de metafoor van doorheen- en in-zagen: Hoe lieten wij onze aarde achter voor de volgende 'bezoekers', de volgende generatie? Zagen wij het belang van ons eigen handelen in, tot de kleinste daden en nalatigheden aan toe? En àls we dit zagen, waren we dan bereid onszelf in de ogen te kijken, onze eigen rechter te zijn, en niet alleen en pas bij ons levens-eind?

Hendrick (de Geluckighe), bijnaam van Henk omdat er drie Henken mee-occupieden, was die dag jarig. Terwijl ik mokkend plaats aan het maken was op de keukentafels en zocht naar schoon bestek en servies, flapte de tentdeur open en stapte het kerstkind binnen. In plaats van met een 'In excelsis Deo' zong ik het toe met 'In de gloria' en sloot af met 'Hiep hiep hoera!'.
Hendrick nam het bescheiden, bijna nederig in ontvangst.
"Ik vrees alleen dat ik niet zo'n leuk verjaardagscadeau voor je heb," wees ik naar de rugzak en boodschappentassen, die ik tussen ochtendtoilet en ontbijt ingepakt had en die nu  op en voor een paar stoelen stonden.
Henk was dichtbij de 'keuken' gaan zitten en keek naar mijn bagage.
"Dat vermoeden had ik al," zei hij.
Verder bleef het vrijwel stil terwijl ik mijn boterhammen sneed en smeerde en voor ons allebei chocolademelk inschonk.
In die luttele weken hadden Hendrick en ik bij elkaar vaak aan een half woord al voldoende. Zo blikten hij en ik terug in een verbaal vrij stil gesprek, waarin we veel verstandhoudingen vonden en zelfs vanuit onze verschillende standpunten toch elkaars hand konden bereiken; omdat we die de ander toereikten.

Zoals Occupy Nijmegen voor ons niet pas was begonnen op 17 oktober 2011, zo zou het voor mij ook niet eindigen op deze eerste kerstdag. Vanaf 17 september verspreidde vanuit het bezette Wall Street in New York de Occupy-beweging zich over de gehele wereld, met op het hoogtepunt meer dan zes miljoen tenten in óver de vijfduizend dorpen en steden. Regelmatig was er op het Valkhof een voelbare verbondenheid met al die andere plaatsen. Het besef, misschien wel de ervaring dat zo vele mensen op dat zelfde ogenblik wel eens hetzelfde zouden kunnen denken en voelen. Hoe heerlijk om uit deze cumulatieve energie te mogen putten en er zelf aan bij te dragen; bloemen en gras overwoekerden wereldwijd het asfalt en beton, alsof die soms zo genoemde nieuwe tijd al begon.

In de allereerste minuten van onze demonstratie, op het Centraal Station, werden we al hartelijk benaderd door een politie-agent en gevraagd wie de organisator was. De weken erna zouden we nog letterlijk duizenden keren deze zelfde vraag beantwoorden met dat iedereen een deelnemer en dus een mede-organisator was.
In goed overleg met de dienders en indirect met de burgemeester, toen nog Thom de Graaf, streken we neer op het voorste veld van het Valkhofpark.
"Ha!" klonk een kritische stem richting ons demonstranten. "Je sluit zo al meteen een pact met de 1% waar je juist tegen strijdt!"

"Wij zijn de 99%" was één van onze vanaf Wall Street overgewaaide leuzen, voortkomend uit de bewering dat 1% van de wereldbevolking bij elkaar opgeteld evenveel geld bezit als de andere 99% van de mensen samen. Feitelijk mocht dit misschien niet kloppen, het gaf duidelijk het wel degelijk bestaande, onmenselijke  verschil in welvaart weer. Of  'duidelijk'; de kritische stem die richting Occupy Nijmegen schalde, schoor oom agent en burgervader blijkbaar over de zelfde kam als die ene procent. Alsof zij evenveel verdienden.
Toch was dit in zekere zin terecht: Politiek die meet met de maat van het bruto binnenlands product, dient daarmee in de eerste plaats het geld en niet planeet en medemens. Menig ambtenaar mocht dan stukken minder zogenoemde bezittingen hebben dan die '1%', alleen al door deel te nemen aan deze economie -gerichte politiek, hield je die in stand, hielp je die. Een verandering, een kentering hierin was inderdaad één van de beweeg-redenen van Occupy.


Wanneer hoorde je bij die ene procent?
Wanneer bij de negenennegentig?
Waren het de centen of was het de mens?
Wie waren er van Occupy Nijmegen?
En wie droeg er zogenaamd alleen aan bij?
Bestond er een zij en een vastomlijnd wij?
Was er een pot en was er een ketel?
Wie had dan wie de ander zwartzien verweten?


Noot van en aan ondergetekende, vanuit het schrijvend heden: "Wat doet je schrijven in de verleden tijd en is wat je schrijft niet in te sombere tonen?"

Zouden er 'hoogtijdagen' van Occupy Nijmegen zijn, dan waren deze gevoed en vervuld van dat ene woord, dat ik in 'Een Occupy Nijmegen column' bewust enkel omschreef, maar niet letterlijk gebruikte: Liefde. Liefde zoals bijvoorbeeld in het samen muziek maken: Iedere muzikant draagt vanuit haar of zijn kwaliteiten bij aan het totaalgeluid en arrangement.
Zo was er een veelkleurig geheel aan af- en aankomende en minder of meer permanent in tenten overnachtende mensen, die Occupy Nijmegen maakten tot wat het was -en zij het zonder de tenten nog altijd is.

De mineur die mogelijk in mijn woorden doorklinkt, kent verschillende bronnen. Eén daarvan is de bedroefdheid om het uiteenvallen van wat soms wel op een nieuw dorpje bovenop de stad Nijmegen leek, zoals dat opkomend groen tussen de straatstenen. Zo vele verschillende mensen, alleen al in deze stad, die zichtbaar en voelbaar aan dat zelfde loflied werkten, dat we gaande de weg vol passie componeerden, als een geïnspireerde jamsessie waarin ogenschijnlijk alles vanzelf samenviel.

"C'est le ton qui fait la musique."

Wat was een optreden zonder toeschouwers?
Wie stonden erbij en wie keken ernaar?

In vroeger tijden was er de stadsbode. Misschien was dat wel altijd een hij. Daarom; hij werd gezonden door de toenmalige heersers, met berichten bestemd voor het volk, maar van de hand van hun meester. Door deze, meestal ook een hij, werden zowel de gang van alledag als het wereldbeeld van de burger ingekleurd. Tezamen welteverstaan met een zogezegd door 'daarboven' aangewezen leider over 's mensen spirituele (be)leven, ik noem een paus, een imam, een rabbijn.
"Er is in die tijd veel bereikt," verzucht-zingt Harrie Jekkers van het Klein Orkest in hun jaren tachtig-hit 'Over de muur' met ironie. Want van kleitablet naar tablet wordt ons hedendaags nieuws nog steeds minder of meer bepaald door, wanneer uit hun pot betaald, onze politieke, spirituele ofwel commerciële leiders.

Na de eerste weken te hebben gezien hoe de afhankelijke media Occupy Nijmegen in hun berichtgevingen neerzetten, waren we wat voorzichtiger naar hun afgezanten geworden. Het bracht ook een verandering teweeg op ons terrein, in die zin dat er een hap spontaniteit van afgesnoept was. Wie kon er vierentwintig uren per dag, en dit weken lang, demonstreren? Hoe bewaarde je je rust en geduld, wanneer je die niet af en toe voor jezelf kon nemen? Goed, als individu kon je je terugtrekken in je eigen tent, als je tenminste overnachtte op het Valkhof. Maar als groep, als occupiers onder elkaar, waar konden we even zonder vragen van bijvoorbeeld de media, ons opladen, onze hoofden -voorzover dat al zou gaan- leegmaken? We wezen er de bedoeinentent voor aan en erkenden hiermee het bestaan van een wij en een zij: Wij, degenen die deelnamen aan Occupy en zij, de geïnteresseerden in de beweging.

Wie hadden zichzelf tot muzikanten verklaard en wie was hun kritisch en/of enthousiast publiek?
"Wie jamt er mee?" schalde het vanaf een podium.
En achter zijn vaasje tapte een man met zijn hand op de bar op de maat zijn eigen ritme.

Foto van de circustent, genomen op 25 december, net na het
afbreken van mijn tent, de kale plek rechts vooraan.
Tegen de 'Geen mens is illegaal'-boom mijn tassen.
Ondanks dat menig Occupy Nijmegenaar steeds vaker de leus 'We are the 100%' was gaan hanteren, groeide de invloed van die ergens ontstane wij/zij-gedachte. Begon dit met een scheidslijn tussen de afhankelijke  media en 'ons', nadat we de tenten naar het grote middenveld van het Valkhof hadden verhuisd, ontstonden er onder andere een 'voedselprobleem' en 'interne conflicten', zoals de al eerder genoemde doodsbedreigingen, waar ook andere occupiers mee geconfronteerd waren.

Ons eten werd ons voornamelijk geschonken door mensen en instanties uit- of uit de omgeving van Nijmegen. Koken mochten we regelmatig in een van de keukens van activiteitencentrum de Lindenberg, dat naast het Valkhofpark is gevestigd. Dat wil zeggen: niet elke occupier mocht van de bedrijfsleiding binnen. Of de oorzaak in die gevallen bij de geweerde persoon of bij de Lindenberg lag, was misschien niet eens relevant. Feit was dat zo binnen Occupy Nijmegen sub-groepen gecreëerd werden, bijvoorbeeld zij die wel en zij die niet voor het koken ingezet konden worden. Met daar bovenop het gemeentelijk bepaalde verbod op open vuur voor ons occupiers, ontstond er een merkwaardige variant van een voedselprobleem. Tot overmaat van ramp bleek de vrije toegankelijkheid van onze 'keuken' voor verschillende lieden een reden om dat wat voor ons allen bestemd was, zichzelf toe te eigenen. Zo verdwenen binnen tien minuten zes literpakken vruchtenyoghurt, of op een andere dag was een pas gekocht kilo-blok kaas de dag erop weg. En door het terugvinden van onze gebroken vuurtoren-spaarpot, waaruit honderdvijfendertig geschonken euro's misten, werden we nog voorzichtiger met het aannemen van giften.
De 'nemer' van het geld hadden we tijdens één van de vergaderingen daarop vergeven, al dan niet in diens aanwezigheid. Sindsdien vroegen we onze supporters om voedsel en materieel in plaats van het geld dat ze ons wilden geven.

Het voorgaande samen met de conflicten die (ik wil bijna schrijven 'natúúrlijk', bij zulk soort manifestaties) af en toe de kop opstaken, deed ons beslissen van de circustent een 'huiskamer' te maken. Gasten werden voortaan tot middernacht toegestaan en altijd onder aanwezig- èn verantwoordelijkheid van een gastvrouw of -heer, wat iemand was waar een aanwezige meerderheid van vond dat deze een 'occupier' was.
Dit besluit werd  'met een meerderheid aangenomen', na er in verschillende van de dagelijkse General Assemblies (algemene vergaderingen) over gesproken te hebben.
Hoofdreden: Overleven. Zelfbehoud, zo u wenst.
Even 'natuurlijk' was de reactie hierop. Zowel van buiten af als van binnen uit. Want wat was je voor een beweging als je opkwam voor de 100% en dan toch enkelingen buitensloot? En hoe voelde de tot dan toe gedreven mede-demonstrant(e) zich nu, die tegen dit idee stemde, dat nu wel regel geworden was?

De regel bracht allerminst rust in de tent. Daarvoor was hij misschien ook wel te zeer in strijd met de grondgedachte van Occupy: zaten we tenslotte niet allemaal in het zelfde schuitje?
Tegelijkertijd wakkerde de kritiek vanuit de media en (daarop) ook de stad aan. Wie was dat stelletje daklozen, hippies en uitkerings-trekkers? Kon dat niet beter een huis, gezond verstand en werk gaan zoeken? Wat droeg een tiental mediterende mensen in een bankkantoor nu bij aan de noodzakelijke veranderingen in de samenleving? Wat stelde het wereldwijde Occupy-netwerk al met al eigenlijk voor?
Schrijnend vond (en vind) ik het om te lezen en horen dat mensen vanuit hun zogenaamd veilige huis of kantoor occupiers uitmaakten voor dak- en werkelozen, verslaafden en tuig. Er is wel vaker een medemens tot gevaar van de samenleving bestempeld en aan het kruis genageld, bij de wens van die zelfde mensen.
Was het vreemd dat juist de slachtoffers van ons hele financiële systeem zich het eerst en het meest aansloten bij Occupy? Voelden anderen zich te goed, in elk geval beter dan dat armoeierige gajes?
Wat hadden we ook verwacht? Dat de voornamelijk linkse gemeenteraadslieden Occupy Nijmegen met open armen ontvingen, zeggend: "Zaag gerust aan de poten onder onze stoelen"? Verwachtten we dat de media, van hun adv€rt€€rd€r$ of regeerders afhankelijk, een objectief beeld van de beweging zouden geven? Waar een verandering te beginnen als er zó veel op dit zelfde moment om zorg en aandacht vroeg? En welke verandering zou een verbetering zijn?

Hendrick, een paar anderen en ik hadden de laatste restanten van Occupy Nijmegen verzameld en door de Dar meegenomen zien worden. Gelijk gieren wisten enkele media ons die dag ineens weer te vinden en schreven breeduit over hoeveel ton aan afval wij demonstranten hadden achtergelaten. Ton voor ton geschonken door de stad.
Dat waren exact drie maanden Occupy Nijmegen op het Valkhof. Na die eerste kerstdag bleek wat al wankel geworden was uiteen te vallen, mede onder invloed van burgemeester De Graaf, die eerder nog in media pronkte met de belofte ons niet weg te zullen sturen, maar die in het nieuwe jaar opeens een politieke draai in zijn houding maakte. Op 17 januari moesten we van het Valkhof af zijn, zo stond in een brief van de politie aan 'ons' (ja, aan wie nu?) geschreven.

Sindsdien is Occupy Nijmegen letterlijk de mensen die zich Occupy Nijmegen noemen. Al heette het voor 17 oktober 2011 nog niet zo, het was (iets in) onze natuur, dat ons onze harten in dit project deed stoppen, iets dat ons voor die tijd al een soort occupier maakte. Precies dat vuur is ook wat in  de meesten van ons niet is gedoofd, na beëindiging van het tenten-tijdperk. Wat we bijgedragen hebben? Wiens ogen we geopend hebben? Misschien alleen de onze? En is dat niet genoeg? Wie is tenslotte 'ons'?

"Ben de verandering die je wil zien in de wereld" zou je kunnen samenvatten in "Occupy yourself". Dat is geen conclusie, maar een begin. Als mede-Occupy Nijmegenaar ben ik dankbaar voor de rijkdom aan ervaringen en inzichten die onze bewogen periode op het Valkhof ons gegeven heeft. Deze ervaringen schenken ons alle middelen voor het maken van opnieuw een nieuw begin, zoals *dit* er alweer een perfect moment voor zou zijn..!


pepé: lettermenger.


maandag 5 maart 2012

Filosowandelen.


Uit een groeiend verlangen naar meer ruimte voor stilte en naar het opzetten van nóg een project binnen Occupy Nijmegen, startte ik in "onze" circustent (in dankbare bruikleen van De Markies) filosofie-zondagmiddagen.
Inmiddels zijn alleen de droomsilhouetten en ja, zelfs ook nog de kale plekken van onze tenten op het Valkhof te zien. De geest is echter merkbaar wèl uit de fles.

Doetie en ik zijn in deze nieuwe Occupy-fase verder gegaan met het thema filosofie, door inmiddels voor de vijfde keer (18 maart aanstaande de zesde) al wandelend door de mooie streken rondom en in Nijmegen te filosoferen met de dan aanwezige mensen.



Ingeweven met het open karakter van de wandelingen, proberen we liefst onze gesprekken te voeren in een comparitie.
Je kunt op verschillende manieren verbaal communiceren. Twee van de bekendste zijn de discussie en het debat, in welke allebei gestreefd wordt het eigen gelijk te krijgen, tenzij men door betere argumenten overtuigd wordt.
In "compariseren" zit het woord (to) "compare", engels voor vergelijken. Bij een comparitie wordt ieders visie of mening als het ware in het midden van de groep gelegd als een mogelijke waarheid. Dan worden alle gedachten vergelijkend bekeken.
Een comparitie hoeft niet per se, maar onderscheidt zich helaas vaak van de de eigen stelling verdedigende gespreksvormen door het stellen van vragen en door te schouwen, waarbij stilte een welkome, onzichtbare en onhoorbare gaste is.
Door te compariseren ontstaat er vanzelf ruimte en tijd voor de gedachte, in stilte en in woord.

Tot nog toe is het ons goed bevallen dat er vooraf geen gespreksonderwerp is bepaald, dat dit gedurende de wandeling uit de groep aanwezigen zelf opkwam, al dan niet aan de hand van een stelling van een bekend filosoof. Vaker kwamen de thema's uit een persoonlijke vraag -en iemand anders' -en de wonderlijke verbanden die we soms gaandeweg erin vonden.

Meestal nemen we wat te delen eten en drinken mee, zodat we onderweg even ergens kunnen zitten en daarbij ook denken aan de inwendige mens.

Silhouet-technisch gezien beginnen we onze Filosowandelingen bij het Occuplantje, een bekend plantje dat in het Valkhof staat en inmiddels uitgegroeid is tot een heel klein struikje, in de buurt van de kapel op het grote middenveld. Er zaten afgelopen zondag meen ik al heel kleine bladerknopjes aan!

We zijn zo al eens met tot gevolg enorme modderpoten door de Ooijpolder gelopen en de fameuze tweebruggenroute, via de Waalbrug door Lent en over de Snelbinder Nijmegen weer in. Maar we zouden ook eens een stadswandeling kunnen maken, of met de bus naar de Hatertse Vennen, ach, de wereld is zó groot -en mooi. Of niet?

Heb je zin een keertje mee te wandelen? Op zondag 18 maart aanstaande staat de volgende filosowandeling gepland. Aanvang is om 12:00 uur op de voormalige Occupy Nijmegen-lokatie: Het Valkhof.

Voor info: twitter @lettermenger of @doetiee.


pepé: lettermenger.